GeoCruiser

De oostelijke graafschappen

Google Translate

Zondag, 28 mei
Na een rustige nacht maakten we ons klaar voor een volgende rit, terug naar de Ierse Republiek.
Onze lijst met te bezoeken plekken in Ierland begint wat magertjes te worden. Voor deze dag stond de "Proleek Dolmen" op het programma. We hoefden daarvoor niet ver te rijden. Eerst maakten we nog een mooie autorit door de Mourne Mountains.

Net aan de oostzijde van Dundalk vonden we de Proleek Dolmen. Parkeren werd weer een uitdaging. Na een korte wandeling bereikten we een golfbaan. Een aantal borden maakten ons duidelijk dat we daar geen recht op toegang hadden, maar dat begrepen we even niet.
Een paar honderd meter binnen de hekken en gelegen op de green van een hole van de golfbaan, vonden we een hunebed. Dit hunebed had slechts één deksteen. Gelukkig was dat niet alles, vijftig meter verderop, in de rough van een andere hole stond de Proleek Dolmen. In Cornwall noemt men dergelijk prehistorisch stenen bouwsels een quoit.

Proleek Dolmen, hunebed

Proleek Dolmen, hunebed

Proleek Dolmen, hunebed op de golfbaan

Proleek Dolmen, portaal graf

Proleek Dolmen, portaal graf op de golfbaan

Vroeg in de middag bereikten we in het dorpje Annagassan een camperplaats op de kade van een klein haventje aan de monding van het riviertje de Glyde. We kozen een plek voor onze camper met een magnifiek uitzicht over de baai van Dundalk.
We arriveerden bij hoogtij. Zes uren later was het laagtij en al het water uit de baai was verdwenen. Het was echt verbluffend hoe snel en hoeveel kilometers ver het zeewater zich had teruggetrokken. Het enige water dat er nog stroomde werd aangevoerd door het riviertje.
Die avond was er een mooie rode zonsondergang.

Golf van Dundalk, de haven van Annagassan bij vloed

Golf van Dundalk, de haven van Annagassan bij eb en meters onder de kade

Maandag, 29 mei
Het regende toen we opstonden. Na onze dagelijkse start, reden we naar Drogheda; de voorraden eten en drinken moesten worden aangevuld. De eerste supermarkt die we gekozen hadden in onze navigatie, bleek niet te bestaan. Een andere supermarkt lag midden in het centrum, aan een erg drukke winkelstraat. Wij konden geen parkeergelegenheid vinden. De derde supermarkt moest twee maanden later nog geopend worden. Bij het verlaten van dit stadje zagen we in de verte een vierde supermarkt en er waren ook nog eens voldoende parkeerplaatsen.
Door al het extra heen en weer rijden waren we te veel tijd kwijt geraakt. We besloten bij gebrek aan andere camperplaatsen in deze streek terug te keren naar het haventje waar we 's ochtends waren vertrokken. Het overgebleven programma voor de rest van ons verblijf in Ierland kon deze vertraging goed hebben.
Het uitzicht vanaf een andere plek in het haventje was anders en weer prachtig.

Reiger Reiger onder water Dag reiger

Aan de overkant van de rivier reed die avond een gele Unimog kraanwagen langs. Het was de eerste Unimog die we in Ierland zagen.

Dinsdag, 30 mei
We waren bijtijds op en voor onze doen vroeg vertrokken. Over een van de D-weggetjes waar Ierland rijk aan is, passeerden we dezelfde gele Unimog; deze was langs de weg aan het werk. We zijn even gestopt en we mochten er foto's van maken. Rob maakt al jaren, waar mogelijk foto's van alle Unimogs die hij tegenkomt. De trotse chauffeur gaf een korte rondleiding om de Unimog U 140L kabeltrekker.

Unimog U 140L, kabeltrekker Unimog U 140L, cable puller

We vervolgden onze weg naar New Grange, we wisten dat we daar op tijd moesten aankomen. Onze navigatie (laatste update van een maand terug) wist niet waar het bezoekerscentrum van de deze prehistorisch plek was en leidde ons naar de verkeerde kant van de rivier de Boyne. Op aanwijzingen van parkwachters moesten we 20 minuten omrijden naar de ingang.
In het bezoekerscentrum was het om half twaalf al erg druk. Voor we aan de kassa kwamen, werden we opgevangen door gastvrouwen die ons vertelden over keuzes waar een tour heen gemaakt kon worden. Wij wilden eigenlijk alles zien. Dat betekende dat we twee tours moesten boeken. De laatste zou pas om 15.30 uur beginnen en dat zou nog zeker een uur of anderhalf gaan duren. We hebben ervoor gekozen New Grange over te slaan. Men is er duidelijk niet berekend op grote aantallen toeristen. Een hele flinke stortbui verzachtte onze teleurstelling.

We wisten dat we bij een camping voor dichte poorten konden staan, want volgens ons was het hoogseizoen al begonnen, al vertelden de campinggidsen ons iets anders. Verzorging van onze camper had voorrang op alles.
In het oostelijke deel van Ierland zijn er vrijwel geen campings, dat maakt het maken van keuzes alleen maar extra lastig. Een tijdig telefoontje verzekerde ons van een plekje op de camping aan het Lough Ennell, bij de stad Mullingar. Onderweg hadden we nog last van een wegomlegging en reden we 20 km extra.

In Ierland verbaasden we ons soms over dingen die we onderweg tegenkwamen. Zo zagen we deze dag drie ouderwetse zwengelwaterpompen langs de weg staan. Misschien werden die gebruikt in de tijd dat vervoer met paard en wagen plaats vond. Af en toe hadden we toch al het gevoel dat we ineens in een andere dimensie en een andere tijd terecht waren gekomen. Vooral toen de schoolmeisjes in jurken over straat liepen die al in 1850 voor ouderwets werden versleten. De aanwezige moderne auto's vertelden ons dat we nog steeds in 2017 rondreden.
Ondanks meerdere tegenwerkingen van onze navigatie vonden we redelijk vlot de camping die we besproken hadden.

Woensdag, 31 mei
We besloten nog een dag vast te plakken aan ons verblijf op deze camping. Een wandeling over de camping liet ons een zien hoe de Ierse bevolking bezig is met de natuurwezens als elfen en kabouters.

Ierse volkskunst Niemand thuis Welkom op de camping

Donderdag, 1 juni
We waren bijna aan het eind van onze reis door Ierland en Noord-Ierland gekomen. Het was fijn om deze dag wat rustiger aan te kunnen doen. Maar het kostte een half uur om de watertank te vullen met een drinkwaterkraan dat met een miezerig straaltje water leverde. Dat was net iets te rustig.

We namen de kortste route naar ons volgende doel, de Loughcrew Cairns. In onze ogen is det normaal dat je een korte route neemt. Onze navigatie (Annie) dacht daar toch anders over. Waar we naar het oosten wilden, adviseerde zij ons naar het westen te rijden. Met eerdere van dergelijke ervaringen moesten we concluderen, dat onze navigatie in Ierland vooral is geprogrammeerd om een extra stuk tolweg te nemen, dit alles inclusief een extra omweg.
Dankzij een goede voorbereiding van de dagrit en goed kaartlezen (papieren autoatlas) hebben we de goede weg naar de Loughcrew Cairns gevonden. We konden de camper goed parkeren. De grafheuvels en een steencirkel, die we bezochten, lagen bovenop een flinke heuvel (Carnbane East) en het was een hele klim. De voortdurende regen en de wind maakten de klim onaangenaam. Fotograferen kon alleen met de wind en vooral regen in de rug.
De beide grafheuvels hadden een kruisvormige ruimte (grafkamer). De kleinere heuvel was ingestort maar de kruisvormige ruimte was vrijgemaakt. Beide grafkamers hadden grote platte stenen als muren. Veel van deze muurstenen hadden gegraveerde figuren als kommen, ringen en spiralen.

Loughcrew grafheuvel op Carnbane East

Steencirkel op Carnbane East

Loughcrew grafheuvel, "Ollamh Fodhla's Chair"

Loughcrew open grafheuvel met grafkamer

Loughcrew, megalitische rotskunst Loughcrew, megalitische rotskunst

Ingang van de Loughcrew grafheuvel op Carnbane East

De grafheuvels zijn ongeveer vijf duizend jaar oud. Al onze vragen werden beantwoord door een gids, die bij de grafheuvels bleef en de bezoekers opving, de weg wees en alles in de gaten hield. Zoiets hebben we nog niet eerder meegemaakt in Ierland.
We waren erg onder de indruk van deze uitstap naar de Loughcrew Cairns.

Met hernieuwde en forse tegenwerking van Annie en de afwezigheid van plaatsnaamborden en richtingaanwijzers hebben we een prehistorisch fort, de "Hill of Tara" niet kunnen vinden.
Uiteindelijk zijn we met een ruime boog om Dublin heengereden. We vervolgden onze weg naar en door het Wicklow Mountains Nat'l Park. De natuur is er bijzonder mooi. In Ierland hebben we niet veel mooie uitzichtpunten gevonden waar je veilig even kon stoppen en uitstappen. Eindelijk hadden we er weer een gevonden. We konden het bord nog net zien staan in de mist, want we zaten in laaghangende regenwolken.

We hebben Dublin ontlopen. Op de ringweg van de Ierse hoofdstad zit een tolpoort, het is de enige tolpoort in Ierland, waar je niet ter plekke kunt afrekenen. Betaling moet via internet plaatsvinden. Na het passeren van de tolpoort heb je nog een beperkt aantal uren dat je betalen kunt. Ben je te laat, dan volgt er een boete bovenop het verschuldigde bedrag van de tol. Gezien de af en toe slechte telefonische bereikbaarheid in Ierland en slechte draadloze internetinfrastructuur hebben we ervoor gekozen Dublin links te laten liggen. Grote steden hebben op ons toch al geen grote aantrekkingskracht.

Ierse luchten onderweg

De gezochte camperplaats in de Glendalough NP, bij Laragh, bleek niet gebruikt te mogen worden. Een paar honderd meter verderop hebben we een plekje gevonden op de parkeerplaats van een toeristeninformatiekantoor.
Onderweg zijn we er achter gekomen dat de Pinksterdagen (bank holiday in Ierland) alle campings waarschijnlijk volgeboekt zijn. Na een dure telefoonronde langs allerlei campings bleken alle camping vol te zitten. Alleen een boerderij met een camperplaats, met extra faciliteiten, had nog plek voor ons. Dat was een hele geruststelling, want we moeten zeker ieder derde dag een camping vinden om onze afvalwatertank en toilet te kunnen legen. We hebben er een plekje besproken voor het pinksterweekend.

Vrijdag, 2 juni
Het was droog, de zon brak af en toe door; het was een dag om van het mooie weer te genieten, maar eerst moesten we boodschappen doen. In het bezoekerscentrum moesten we entree betalen om informatie te krijgen over het nationale park; waarschijnlijk begrijpen wij iets niet.
Na een mooie rit door de Wicklow Mountains zijn we in Arklow boodschappen gaan doen. Met aangevulde voorraden reden we door naar Moneylands Farm, even ten zuiden van Arklow. Op deze locatie ontvangt men Bed & Breakfast gasten en sinds kort worden er ook motorhome-gasten verwelkomd. Men heeft er de meest noodzakelijke faciliteiten en er is een mooi uitzicht.

Camperplaats bij Arklow met uitzicht

Maandag, 5 juni
Drie dagen rust op deze camperplaats bij Arklow heeft ons goed gedaan.
De laatste volle dag in Ierland was aangebroken. We wilden niets aan het toeval overlaten, we wilden de volgende dag op tijd met de ferry naar Wales terugvaren. Op de boulevard van Rosslare maakten we weer gebruik van een camperplaats, net als onze eerste nacht in Ierland.
De zee was onrustig en de barometer daalde verder in de avond en er brak een flinke herfststorm los. Oh ja, het was nog steeds voorjaar.

Dinsdag, 6 juni
Afgelopen nacht is de storm wat in kracht afgenomen. Het bleef wel hard regenen. We hebben goed kunnen slapen. We arriveerden (te) vroeg in de haven van Rosslare om in te checken voor de ferry. We moesten geduld hebben want de passagiers van een ferry naar Cherbourg (F) waren nog niet allemaal binnen en die ferry vertrok te laat.

Noordkust van Rosslare aan de Ierse Zee

Rosslare, ferryhaven

Dankzij een plus-boeking die we bij de Stena-line hadden gedaan, kregen we een voorrangskaart zodat de camper vroeg aan boord en vroeg van boord mocht gaan. Dat werkte prima, we waren steeds de eerste kampeerauto die mocht gaan rijden. Met een Plus-card konden we een luxe stoel kiezen in de lounge. Gedurende de hele reis waren er voor de lounge-gebruikers allerlei lekkere hapjes en drankjes, tijdschriften en kranten.
De zee was nog steeds erg onrustig en er stonden schuimkoppen op de golven. Het schip rolde flink tijdens de oversteek van de Ierse Zee. Extra anti-zeeziektepillen hielpen Rob goed door deze overtocht van drie en een half uur heen.